vrijdag, mei 15, 2009

De overeenkomst

De Vader
klopt aan mijn deur,
op zoek naar een thuis voor Zijn Zoon.

De huur is laag, zeg ik.
" Ik wil niet huren , Ik wil kopen", zegt God.
Ik weet niet of ik wel wil verkopen,
maar U kunt binnen komen en rond kijken.

"Dat wil Ik wel", zegt God.

Ik kan U wel een paar kamers geven.
"Ik vind ze mooi", zegt God,
"Doe er maar twee!
Je kunt zien of je er later nog een paar wilt geven.
Ik wacht wel
", zegt God.

Ik zou U er nog wel een paar willen geven,
maar dat ligt een beetje moeilijk.
Ik heb wat ruimte nodig voor mezelf.
"Ik weet het", zegt God.
"Ik neem ze. Ik vind ze mooi!"

Ik zou U het hele huis willen geven,
maar ik weet het niet zeker.
"Denk er maar over na", zegt God.
"Ik zal je er nooit uitzetten
Jouw huis zal Mijn huis kunnen worden

en Mijn Zoon zou er kunnen wonen.
Dan zou je meer ruimte hebben dan ooit te voren
."

Ik begrijp er helemaal niks van.
" Weet ik ", zegt God.
"Maar Ik kan het verder niet uitleggen.
Dat zul je zelf moeten ontdekken.
Dat kan alleen als je Mij je hele huis geeft
."

Dat is een risico, zeg ik.
"Ja", zegt God.
"Test mij maar!"
Ik weet het niet zeker,
ik laat het je nog wel weten.
"Ik wacht wel", zegt God.
"Want wat Ik zie, staat mij wel aan!"

Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij
Openbaringen 3:20

Geen opmerkingen: